Vertrouwen en taal.
…en allen werden vervuld van de Heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven… (Handelingen 1: 4)
Een rijke koopman en een arme marskramer waren op weg naar een stad, maar moesten noodgedwongen in het veld overnachten. De koopman had het avondgebed gezegd, foutloos en met veel gezingzang. De marskramer, ongeschoold, had het alfabet opgezegd. Daarop had de rijke man hem uitgelachen. ‘Noem je dat bidden?’ De arme man had zijn schouders opgehaald: ‘Ik geef God de letters, hij maakt er een gebed van.’ De volgende dag reisde de koopman verder. Onderweg voelde hij zich ineens erg slecht. Hij rustte onder een boom en viel in slaap en in zijn droom vroeg hij aan God waarom hij, die trouw zijn religieuze plichten vervulde, hier onderweg door ziekte werd getroffen. Een gedaante verscheen in zijn droom en zei: ‘Je hebt de Heer der Werelden gekwetst door die arme marskramer uit te lachen.’ Der rijke zei dat hij foutloos had gebeden, terwijl de marskramer alleen maar letters had opgezegd. ‘Maar hij,’ zei de gedaante, ‘deed dat met zijn hart, terwijl jij alleen maar deed wat hoorde.’
Marcel Möring, uit: Mordechai (2024).
Bij bidden draait het om overgave en vertrouwen. Deze Chassidische vertelling maakt duidelijk dat dit zeker geen abc’tje is.
Wim van Deijk
trok ik een nieuwe streep,
en nog een streep.
De zon scheen
en overal zag ik mensen,
haastig en ernstig,
en iedereen trok een streep,
iedereen ging verder.
Toon Tellegen, uit: Over liefde en over niets anders (1997)
In het onderwijs leer je heel snel dat je nooit moet spreken over de laatste, de allerlaatste of aller allerlaatste waarschuwing. Het is misplaatste duidelijkheid en je was meteen je gezag in de klas kwijt. Dat lijkt er ook in dit gedicht te gebeuren. Een streep trekken heeft weinig effect als er geen consequentie aan wordt verbonden. Maar gebruik het dan als een middel om in gesprek te gaan of te blijven, zonder strepen in het zand of op de mouwen.
Wim van Deijk